Een eenvoudige jongen 3
3.
Gisteren heb ik verteld hoe God ervoor zorgde dat Daniël en zijn vrienden, óndanks dat zij weigerden om het voedsel van de koning te eten, er beter uitzagen dan alle andere jongemannen. Dan wil ik verdergaan met Dan.1:16-20: Voortaan nam de kamerdienaar hun spijzen en de wijn die zij drinken moesten, weg en gaf hun groenten. En aan deze vier knapen gaf God kennis en verstand van allerlei geschriften en wijsheid, terwijl Daniël inzicht had in allerlei gezichten en dromen. Na verloop nu van de dagen die de koning had vastgesteld voor men hen ten hove zou doen verschijnen, bracht de overste der hovelingen hen in de tegenwoordigheid van Nebukadnessar. De koning sprak met hen; en onder die allen werd niemand gevonden gelijk Daniël, Chananja, Misaël en Azarja, en dezen traden in dienst bij de koning. In elke zaak, waarbij het aankwam op wijs inzicht en waarover de koning hen ondervroeg, bevond hij hen tienmaal voortreffelijker dan al de geleerden, al de bezweerders in zijn ganse rijk.
Daniël en zijn vrienden moesten dus 3 jaar lang opgevoed worden door de hoveling van de koning, om geschikt gemaakt te worden voor dienst in het paleis. Zij moesten de wetten, gewoonten, cultuur, alles leren over het land waar zij als ballingen verbleven. In principe moesten ze leren leven, denken en handelen als de vijand. Want dát was het, deze koning had hen uit hun land laten halen en hield hen gevangen in zijn eigen land.
Dan zou je denken dat Daniël en zijn vrienden feestelijk zouden bedanken om dan óók nog es van alles te moeten leren over dat land. Maar tóch deden zij dat en kennelijk was de Here God het er helemaal mee eens want, zo staat er, God gaf hen kennis en verstand van allerlei geschriften en wijsheid. Hij zorgde er persoonlijk voor dat deze mannen óók wat dát betreft bóven alle andere mannen uitstaken. En waar ze eerst bestemd waren voor dienst in het paleis, het huis dus van de koning, kwamen ze nu zelfs in dienst van de koning zelf. En elke keer als er een zaak speelde waar wijsheid en inzicht voor nodig was, kwam de koning bij hen om raad en dan staat er dat zij tienmaal voortreffelijker waren dan alle anderen. Dat is toch enorm mooi?
Wij, de hedendaagse christenen, krijgen vaak genoeg te maken met dingen waarvan wij menen dat God er niet blij mee is. Afstand houden is dan geboden, want van alles wat niet van God is, moeten wij ons verre houden. Toch klopt dit niet helemaal, het is wél zaak om ons rein te houden, ons er niet mee- of aan- te verbinden, maar dat wil niet zeggen dat wij er ver vandaan moeten blijven. Want zelfs áls de Here God ergens niet blij mee is, kan het tóch voorkomen dat Hij ons wil gebruiken om tot Zijn eer een werk te doen temidden van de “wereldse” omstandigheden. God zelf had deze vier mannen een positie gegeven van waaruit zij veel voor Hem konden betekenen, en Hij gaf ze ook nog eens een keer de wijsheid om deze taak te kunnen volbrengen.
Wij leven in een “vuile” wereld, en het liefste zouden wij ons soms verstoppen in onze kerken en gemeenten, lekker veilig met andere broeders en zusters samen. Maar de Here God wil ons stuk voor stuk gebruiken, waar of wie we ook zijn. Er wordt echter wél één ding van ons gevraagd, en dat is om net als Daniël te weigeren ons te verontreinigen. We zullen nét zo standvastig moeten zijn als hij en al het lekkers, alle “koninklijke” spijzen die ons voorgezet worden, weigeren. En dan staat er in Jak.1:2-5 : Houdt het voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, want gij weet, dat de beproefdheid van uw geloof volharding uitwerkt. Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen onberispelijk zijt en in niets tekort schiet. Indien echter iemand van u in wijsheid tekort schiet, dan bidde hij God daarom, die aan allen geeft, eenvoudigweg en zonder verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
Met deze belofte, uit het nieuwe testament, laat God zien dat Hij óók vandaag nog, voor een ieder van ons precies hetzelfde kan en wil doen als voor Daniël, mits wij ons houden aan de voorwaarde die eraan vooraf gaat. Het is belangrijk dat wij met volharding ons leven rein houden, en we de Here God om wijsheid vragen, wijsheid die ons op vooraanstaande maatschappelijke én geestelijke posities kan brengen van waaruit we een machtig werk voor de Here God zullen kunnen doen.
God wil ons graag gebruiken
want er is nog zoveel werk,
maar wij blijven veel liever
lekker zitten in de kerk.
Doch als wij ons laten leiden,
weg uit ons veilige “land”,
geeft Hij een plek om Hem te dienen
vol van Zijn wijsheid en verstand.
Morgen verder.