Willekeurige bemoediging
  • 4 augustus 2005
    Wat mij nou zo opvalt vandaag de dag, is, dat zoveel christenen bezig zijn met zóveel dingen. Alles interesseert hen, …
Recente reacties
Archief
CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

De ring… 17

17.

trouwring

Het is 24 december, Menno voelt zich de hele dag onrustig, zoveel herinneringen gaan er door zijn hoofd en hij kan maar moeilijk zijn draai vinden. Als het in de middag gaat schemeren en het in de kamer donker begint te worden gaat hij op zoek. In een kast vindt hij wat hij zoekt, een paar kaarsen. In een opwelling pakt hij ze uit de kast en zet ze op de tafel. Nadenkend steekt hij de kaarsen aan en laat zich op de bank zakken. Zo staart hij een hele tijd in de vlammetjes terwijl er ongemerkt tranen langs zijn wangen naar beneden glijden. Menno is het zich nauwelijks bewust, hij is helemaal terug in de tijd. Als hij na een hele tijd opkijkt wordt hij zich opnieuw pijnlijk bewust van de leegte en de eenzaamheid. Hier hadden ze samen moeten zitten, Desi en hij, en nu zit hij hier alleen…

Even geeft hij zich over aan zijn verdriet en dan staat hij op. Hij gaat naar een kast waarvan hij een lade opent. deze lade is het afgelopen jaar niet open geweest omdat daar iets in ligt waarvan hij de aanblik tot nu toe niet had kunnen verdragen. Uit de lade pakt hij met voorzichtige vingers een doosje, met het doosje loopt hij naar de bank en daar maakt hij het open. In het doosje ligt de trouwring van Desi en ook het briefje ligt in het doosje. Hij vouwt het briefje open en leest nogmaals de lieve woorden die Desi hem geschreven had. Hij legt het briefje op de tafel en pakt heel voorzichtig de ring uit het doosje. Tussen beide handen koestert hij deze ring, hij draait hem om en om, hij streelt hem zachtjes en dan neemt hij hem op, houdt hem voor zich, en zegt hardop: “Het is goed Dees, je bent in goede handen, je mag bij de Vader zijn en ik wil je heel bewust ook zelf in die veilige handen overdragen, ik laat je los Deesje…”. Menno buigt zijn hoofd en de tranen druppen door zijn handen heen op zijn kleren. Hij merkt het niet. Hoewel dit verdriet diep uit zijn binnenste komt is er ook een stukje rust dat langzaam maar zeker zijn hart binnenstroomt. Het is laat op de avond als Menno de ring voorzichtig weer, samen met het briefje, in het doosje doet. Hij staat op en zet het doosje weer terug in de la, dan blaast hij de kaarsen uit en gaat naar bed waar de slaap zich al snel over hem ontfermt.


9 + 8 =