Willekeurige bemoediging
  • Wat nou als Hij toekijkt?
    Het penningske der weduwe: En Hij (Jezus) ging tegenover de offerkist zitten en zag met aandacht, hoe de schare kopergeld …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

De ring… 14

14.

trouwring

In het pakje zat haar trouwring en daarbij zat een briefje waarin met bibberige letters geschreven stond: Mijn allerliefste Menno, ooit heb ik mijn hand in de jouwe gelegd en heb jij deze ring om mijn vinger geschoven. Daarbij heb ik beloofd om de weg samen met jou verder te gaan, hand in hand zijn we al deze afgelopen jaren door dit leven gegaan. Nu voel ik dat onze weg samen, aan het einde komt en dat onze wegen zich gaan scheiden. Mijn ring, het bewijs van mijn liefde en trouw voor jou, wil ik graag aan jou geven, mijn hand heb ik in die van mijn hemelse Vader gelegd en met Hem ga ik naar Zijn huis. Ik hoop dat je, elke keer dat je deze ring ziet, zult denken aan alle liefde die wij samen mochten delen en dat het Vader God zelf is die op jouw verdere weg met je meegaat. Je bent nooit alleen mijn lieverd. Ik hou zoveel van jou, dankjewel dat ik jouw vrouw mocht zijn!! Menno was gebroken toen hij het gelezen had en hij kon geen woord uitbrengen, alleen maar huilen en zo hadden ze daar samen, heel dicht naast elkaar op die bank, gehuild in elkanders armen. En ook nu krampt er pijn in Menno’s borst als hij al deze dingen overdenkt. Op zijn knie zitten twee kleine meisjes die hem vragend aankijken, “is het verhaal nu uit opa?” vragen ze en Menno zegt moeilijk: “Voor nu wel maar het is nog niet helemaal uit, het laatste stukje ga ik jullie nog een keer vertellen hoor”. De meisjes nemen hier genoegen mee en als papa thuis komt zijn ze alweer helemaal in de ban van het sneeuwballengevecht en de slee. Papa glimlacht om de enthousiaste verhalen en geeft Menno een knikje. “Gezellig dat je er bent Menno”. Menno zit daar op de stoel nog zijn eigen gevecht te voeren tegen zijn emoties maar als de dampende schalen op tafel staan heeft hij zichzelf weer onder controle.


Als Menno die avond in bed ligt zijn er heel veel gedachten die hem uit de slaap houden. Zijn Desi had zo’n kinderlijk geloof gehad, zij was het geweest die hem over zoveel hindernissen heen had geholpen. Elke keer als hij de moed wilde opgeven, als hij het moeilijk had, dan had zij zijn handen gepakt en hem meegetrokken naar de bank. Dan had zij voor hem gebeden, dan had ze warme en bemoedigende woorden gesproken en zijn haren gestreeld. Elke keer opnieuw was hij daardoor getroost en had hij weer nieuwe moed gehad om door te gaan. In de laatste maanden, na hun laatste kerstfeest samen, was het snel bergafwaarts gegaan met Desi en dikwijls had ze niet eens meer de kracht om te spreken. Maar altijd weer als ze zijn ontreddering zag had ze zijn hand gepakt en hem alleen maar aangekeken met haar ogen zo boordevol liefde voor hem, en die verbondenheid, die warmte, dat mist hij toch zo verschrikkelijk! Menno draait zich wild om in zijn bed en merkt dat zijn kussen nat is van zijn tranen. Wanhopig roept hij het uit: “God!! Waar bent u toch!!” Zijn lichaam kromt zich en droge snikken wellen op uit zijn keel. Zó verlaten en alleen voelt hij zich op dit moment, zoveel pijn en verdriet komen in alle hevigheid weer naar boven en er is niemand die zijn hand pakt, niemand die hem kan troosten, niemand…

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


6 + = 14