5 december 2006
Ik was laatst in een bloemenzaak waar ook een vrouw stond die een mooi boeket rozen uitzocht, en terwijl ze ze aan de verkoopster gaf zei ze: “ik neem speciaal weer deze rozen, want ik heb ze de vorige keer ook gehad en ze zijn zo mooi uitgekomen”, waarop de verkoopster zei dat ze al een paar klanten had gehad die dat tegen haar gezegd hadden over diezelfde rozen, waarop ik dan weer dacht dat het toch eigenlijk wel heel raar is als je verbaasd bent omdat je rozen uitkomen………………..? toch? Is het niet heel logisch dat je bloemen mooi uitkomen en bloeien en geuren? Zo is het trouwens ook met groente en fruit hè? Soms lopen we in de winkel en dan zeg ik: ik neem díé tomaten, moet je eens ruiken, echt ouderwets….. hoe komt dat nou dat alles nog maar een zielig aftreksel is van datgene wat het vroeger was? Dat komt omdat tegenwoordig alles kunstmatig gekweekt wordt. Vroeger werd alles op een natuurlijke manier gekweekt, allemaal in de natuur, tegenwoordig heb je kassen waar alles geregeld wordt, temperatuur, besproeiïng, licht, alles is ón-natuurlijk, hoewel het juist de bedoeling heeft om zo natuurlijk mogelijk te lijken. Weet je, de gewassen van vroeger waren sterker, beter, geuriger, omdat ze groeiden in hun éígen seizoen, op hun eigen tijd. Ieder seizoen had zijn eigen groenten en bloemen en fruit.
Prediker 3:1-8 (uit Het Boek) : Voor alles bestaat een bepaalde tijd: Een tijd om te worden geboren en een tijd om te sterven; een tijd om te planten en een tijd om te oogsten; een tijd om te doden en een tijd om te genezen; een tijd om te verwoesten en een tijd om te herbouwen; een tijd om te huilen en een tijd om te lachen; een tijd om te treuren en een tijd om te dansen; een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen bij elkaar te zoeken; een tijd om te omhelzen en een tijd om niet te omhelzen; een tijd om te vinden en een tijd om te verliezen; een tijd om iets te houden en een tijd om iets weg te gooien; een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen; een tijd om stil te zijn en een tijd om te spreken; een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten; een tijd van oorlog en een tijd van vrede.
Voor alles is een seizoen, een tijd, maar “tijd” wie heeft dat nog tegenwoordig? Er is geen tijd meer, alles moet snel en daarom heeft men geen tijd meer om de seizoenen af te wachten. Maar ook onder Gods kinderen wordt ditzelfde fenomeen geconstateerd. Óók daar is vaak geen tijd, in het leven van elke dag bijv. is dat zo, je moet maar eens zien hoeveel tijd er door de gemiddelde christen per dag besteed wordt aan gebed? Bedroevend weinig. Hoeveel échte tijd wordt er vrijgemaakt om naar God te lúísteren? Zelfs in de samenkomsten, er wordt gezongen, gebeden, gepredikt, misschien nog een getuigenis of een ander woordje hier en daar en wát van ál die dingen wordt er nou écht door God gesproken? Tja, dat is moeilijk te zeggen hè? Waarom dan?? Omdat we Gods stem niet (her)kennen, we horen zóveel, we lúísteren ook naar zoveel dingen, zoveel meningen, zoveel stemmen, maar……welke is van God?
Prediker zegt, voor alles is een tijd, een paar wil ik eruit lichten, bijv. “een tijd om te planten en een tijd om te oogsten”, daar zit óók nog een tijd tussen, namelijk de tijd om te “groeien” het zaad dat God in ons hart plant heeft tijd nódig om te groeien en dán zal het vrucht gaan dragen en kan er geoogst worden…….“een tijd om te verwoesten en een tijd om te herbouwen” al wat er in je leven is opgebouwd aan dingen die niets met God te maken hebben, zullen stuk voor stuk verwoest moeten worden, maar vóórdat je dan kunt gaan herbouwen, is daar tijd nodig om al dat puin weg te ruimen…………“een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen bij elkaar te zoeken” Stenen worden gebruikt als bouwmateriaal, en de bijbel leert ons dat we alle dingen moeten onderzoeken en het goede moeten behouden. Wanneer ons dus dingen worden aangeboden die ons zouden moeten opbouwen, is het aan ons om alles te toetsen en te zien of het goed is of niet. De verkeerde stenen moeten we weggooien en de goede moeten we bij elkaar verzamelen en daar ons geloof mee opbouwen, maar het uitzoeken van die twee, kost tijd………….“een tijd om stil te zijn en een tijd om te spreken” Een tijd om stil te zijn, om onze mond eens dicht te houden, te luisteren naar Gods stem en dán kunnen we gaan spreken, Zijn woorden van kracht, die we hebben gehoord in die stilte. Tijd, tijd, tijd, seizoenen die ingesteld zijn door God zélf, seizoenen die nodig zijn om ons sterk te maken, ouderwets sterk. Kijk eens naar al die machtige mannen Gods, Abraham, Mozes, David en zo zijn er nog veel meer, en kijk dan eens naar vandaag, wáár vind je zulke mensen nog? Ze zijn zeldzaam en het overgrote deel van alle christenen zijn slechts een zielig aftreksel van dátgene wat God ooit bedoeld had. Waarom? Omdat er geen tijd genomen wordt om te groeien, mensen moeten/willen meteen “grote mensendingen” gaan doen, maar ze zijn kunstmatig gekweekt, ze lijken een heleboel aan te kunnen, maar hun benen zijn zwak en ze zullen spoedig hun hoofd laten hangen. Men neemt geen tijd om puin te ruimen, de nieuwe dingen worden bovenop de wrakstukken gebouwd en zullen instorten. Alle stenen, goed of slecht, worden aaneengebouwd, waardoor er gaten, bressen, in de muur zullen vallen. En tijd om stil te zijn? die tijd wordt overschreeuwd door van alles en nog wat. Gods stem, bescheiden en zacht, wordt niet gehoord, niet gekend, niet herkend, niet verstaan.
Er zijn twee dingen, die aan het einde van dit stukje staan waar ik extra de aandacht op wil vestigen “er is een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten” God heeft ons de tijd gegeven om allerlei dingen in ons leven lief te hebben, dat mag, maar er zijn óók zóveel dingen die wij eigenlijk min of meer “gedogen” in ons leven, en nú is het tijd om een haat te ontwikkelen tegen álles wat ook maar enigszins tegen Gods wil indruist. Een absolute, volkomen haat, we moeten ervan gruwen, er ziek van worden, het letterlijk uitspugen”! En dan staat er aan het einde van dat stukje “een tijd van oorlog en een tijd van vrede”. Ik vertel je niks nieuws als ik zeg dat je alléén vrede kunt krijgen als de oorlog ten einde is, als je gestreden hebt en overwonnen. Die absolute, volkomen vrede moet nog komen, die zál er ook komen, straks zal er een duizendjarig vrederijk komen, maar om daar te mogen leven, moeten we nú oorlog voeren, álles wat de vijand probeert om op onze weg te plaatsen moeten we gaan herkennen en er oorlog tegen voeren, oorlog tegen verkeerde gedachten, tegen verkeerde gevoelens, tegen ons vlees, ook al is dat nóg zo moeilijk. Nú is de tijd van oorlog er, de bijbel leert ons dat wij “de goede strijd des geloofs” moeten strijden, het is nódig om daar álle tijd voor uit te trekken die we daarvoor nodig hebben. God vraagt sterke kinderen, kinderen die wíllen en zúllen strijden om straks dat rijk van vrede te mogen binnengaan. Maar vóór alles is het belangrijk om Zijn stem te verstaan, zodat we Zijn aanwijzingen kunnen volgen, néém daar alle tijd voor, wees stil en luister………………
Voor alles is er een seizoen
een vastgestelde tijd,
maar onze vraag luidt steevast weer:
hoe lang ben ik daaraan kwijt?
Doch tijd is winst en geen verlies
en je kunt haar goed besteden
door ’t hoofd te heffen naar omhoog
en stil te luisteren hier beneden.