Willekeurige bemoediging
  • In alle dingen.
    God in alle dingen. Ik hoor mijn God in ‘t fluist’ren van de zachte wind, ik voel Hem in de …
Recente reacties
Archief

CD: U bent er altijd

Here is the Music Player. You need to installl flash player to show this cool thing!

4. ’t is zonde…

Vandaag het laatste van een viertal blogjes.

In Lucas (vs.36-50), staat een stukje geschreven over een zondares. De Here Jezus wordt maria_magdalena[1]uitgenodigd bij één der Farizeeërs thuis, om te komen eten. En dan staat er dat Hij ging aanliggen, en deze zondares was te weten gekomen dat de Here Jezus in dat huis was en was daar ook naartoe gegaan. Dan gaat ze achter Hem staan, bij Zijn voeten en maakt met haar tranen Zijn voeten nat, droogt ze af met haar haren en kust Zijn voeten en zalft ze met mirre. De Farizeeër denkt dan bij zichzelf, als Hij echt dé Profeet zou zijn, dan zou Hij wel weten wie en wat deze vrouw is. Want er staat geschreven dat ze in de stad bekend stond als zondares. Daar heb je weer zoiets hè? Deze vrouw stond bekénd als zondares, dus iedereen wist van haar dat ze een zondig leven leidde, en zij werd daarom veroordeeld door de mensen. Maar wat zij daar doet met de Here Jezus, is een daad van waarachtig berouw. Zij maakt met haar tranen Zijn voeten nat, tranen van berouw uit een waarachtig en oprecht hart. Maar eigenlijk was het in die tijd de gewoonte dat, als je ergens te gast was, de voeten van de gasten bij binnenkomst gereinigd werden. Dat was bij deze Farizeeër niet gebeurd. Dus eigenlijk is de daad van deze vrouw tweeledig, ze giet haar berouw uit over de voeten van de Here Jezus, maar maakt daarmee tegelijk Zijn voeten schoon … een daad die eigenlijk veel meer inhoud dan je zo oppervlakkig gezien zou denken.

Nog even herinnerend aan gisteren en eergisteren, als je Genesis leest, dan zie je daar dat de satan van God de opdracht krijgt om op zijn buik te kruipen en stof te eten. Maar tegen Adam zegt God daar, stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren (in zijn dood). Dus krijgt de satan daar van God zelf, een vrijbrief om stof te eten, dode mensen, mensen in hun zonden. Want als je in zonde leeft, ben je dood voor God.  In ieder geval is het zo, dat de satan op zijn buik moet kruipen, over de grond, en wat is dan het eerste dat hij te pakken krijgt? De voeten. In de Efezen brief wordt ook gewaarschuwd om de duivel “geen voet” te geven.

Wij wandelen in deze wereld en onwillekeurig worden onze voeten vuil, van alles waar we mee te maken krijgen, en daarom is het zaak ze schoon te maken. Telkens weer hebben wij die reiniging nodig, zodat de satan op geen enkel manier houvast aan ons kan krijgen. Maar de Here Jezus wandelde ook op deze aarde, en zijn voeten waren óók vuil geworden, en hoewel Hem geen zonde kon aankleven (pas op het moment dat Hij ze zélf op Zich nam), was de daad van die vrouw wél een symbolische daad. Deze vrouw maakte met haar berouw, de voeten van de Here Jezus schoon, alsof ze begréép dat zij ze had verontreinigd, ze wilde als het ware haar zonde, waarvan ze zich terdege bewust was, wegwissen. Dan droogt ze de voeten af met haar haren, en ze kust de voeten van de Here Jezus onophoudelijk. Ze blijft ze kussen en kussen, zij aanbidt daar de Here Jezus, van wie de Farizeeërs zich nog steeds afvragen óf Hij wel is die Hij zegt te zijn. Voor haar was er geen twijfel, en dan zalft ze ook nog Zijn voeten met kostbare mirre, het hoefde niet op een koopje, het mocht haar wat kosten, het mocht haar véél kosten. Je proeft de grenzeloze liefde voor Jezus, die uit de daden van deze vrouw naar voren komt.

En dan zitten daar al die geleerden, met een hart vol veroordeling en dan wendt de Here Jezus zich tot Simon (de man in wiens huis Hij was) en vertelt hem een verhaal over twee mannen, de één had een hele grote schuld en de ander slechts een klein beetje, maar de schuldeiser scheldt hen allebei hun schuld kwijt. Welk van de twee zou het meest blij en dankbaar zijn en van zijn schuldeiser houden? Die met de meeste schuld, antwoordt Simon. Dan zegt Jezus: “Gij hebt juist geoordeeld”. Vervolgens verwijt hij hem, Simon, dat hij Hem bij binnenkomst geen water heeft gegeven om Zijn voeten te wassen, dat hij Hem geen kus heeft gegeven en Hem niet het hoofd heeft gezalfd, terwijl deze vrouw Hem zelfs de vóéten zalfde. En dan zegt Jezus in Lucas 7:47-48Daarom zeg Ik u: Haar zonden zijn haar vergeven, al waren zij vele, want zij betoonde veel liefde; maar wie weinig vergeven wordt, die betoont weinig liefde. En Hij zeide tot haar: Uw zonden zijn u vergeven.

Wat bedoelt de Here Jezus hiermee te zeggen? Want zonde is zonde en het maakt niet uit of je veel, of weinig zonde in je leven hebt, iedereen heeft het nodig om van die zonde gereinigd te worden. De Here Jezus heeft getracht om deze Farizeeër duidelijk te maken dat hij totaal geen zelfreflectie had, hij zag wél de zondares, oh, oh, wat een slechte vrouw. Maar dat hij zelf net zo góéd zonde in zijn leven had zag hij niet, en daarom had hij ook totaal geen idee dat hijzelf óók een zondaar was. Daarom had hij ook geen spoor van berouw, laat staan liefde voor de Here Jezus, helemaal niets van dat alles. Deze Farizeeërs geloofden ook niet in de vergeving, zij geloofden erin dat ze de gunst van God moesten verdienen, door zich stijf en strak aan alle wetten te houden, daarbij niets of niemand ontziend. Maar zij kenden alleen de geschreven letter van de wet. Terwijl er elders in de bijbel staat dat “de letter doodt, maar de Geest maakt levend”. En dat is waar, want met de woorden van de wet probeerden de Farizeeërs iedereen, en voorál de Here Jezus, op fouten te betrappen. Ze sloegen een ieder om de oren met die wet. De wet werd gebruikt om ánderen terecht te wijzen. Maar de Geest maakt levend, er staat van de Heilige Geest geschreven dat Hij het is, die overtuigt van zonde, ehh wiens zonde?? die van de buurman, of van die vrouw uit de gemeente, of van je broer?? Nee, van jezélf, en omdat elke zonde een stukje “dood” betekent, en de Geest ons overtuigt ván die zonde, kunnen we die belijden, daar oprecht berouw over hebben en dús geestelijk gezien op die plaats leven brengen. Het stof afwissen, zodat de duivel daaraan geen houvast zal hebben.

Ben ik dat?

Ben ik dat?

Deze vrouw hád nog niet eens Gods Geest ontvangen, want Hij was er nog niet, maar tóch was ze zich bewust van hoe haar leven er uitzag. Wij hebben wél Gods Geest ontvangen en Hij wil ons leiden en ons een spiegel voorhouden, zodat we onszelf kunnen zien. Ik vind dat mooi, soms heb je het weleens nodig om ergens op gewezen te worden, omdat je er zelf geen erg in hebt. Laat dat ons uitgangspunt zijn, dat we ópen zijn voor datgene dat Gods Geest ons wil tonen en zeggen. Die Geest, die levend maakt. Hij wil ons leiden en ons daar brengen waar we deze blogjes mee begonnen zijn, op onze knieën om te buigen en te kussen, om die personen te worden waar de Here God zo naar op zoek is, “ware aanbidders”.


facebooktwittergoogle_plusredditpinterestmail


2 + 7 =