23 januari 2007
Psalm 27:1 : De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Here is mijn levens veste voor wie zou ik vervaard zijn?
In vers 5-6a zegt David: Want Hij bergt mij in Zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van Zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots. En nu heft mijn hoofd zich op boven mijn vijanden rondom mij.
In vers 1 begint David met een proclamatie, een positieve belijdenis, hij zegt daar dat hij absoluut niet bang is omdat de Here aan zijn zijde staat. En vervolgens gaat hij in die Psalm verder over zijn tegenstanders en vijanden, hoe zij hem belaagden en nog steeds. Maar David zegt: “mijn hart vreest niet” en ook “nochtans blijf ik vertrouwen”
Ook in die verzen 5 en 6 kun je eigenlijk lezen hoezeer David altijd in grote strijd verwikkeld was, want hij spreekt erover hoe de Here hem bergt in Zijn hut ten dage des kwaads, dus in de moeilijkheden vindt David wel een schuilplaats bij de Here.
Vervolgens zegt hij dat de Here hem verbergt in het verborgene van Zijn tent en ook dát is een schuilplaats, een verborgen schuilplaats waar niemand hem kon vinden, waar hij ongezien kon verblijven, een plek waar hij dus volkomen veilig was. Een schuilplaats is een plaats om je terug te trekken, weg van alles en iedereen.
Maar dán staat er dat de Here hem plaatst “hoog op een rots” en dat vind ik mooi,
want dat is beslist géén schuilplaats, als je hoog op een rots bent, dan kan iedereen je zien én raken en dan is er geen mogelijkheid om je terug te trekken en jezelf daar
min of meer onzichtbaar te maken. En je ziet dat David dan zegt: “En nu heft mijn hoofd zich op boven mijn vijanden rondom mij”.
Dit vind ik opmerkelijk, ten eerste zie je dat hij helemaal wordt omgeven door vijanden, maar ten tweede zou je toch denken dat als je op een hoge rots staat, en
al je vijanden bevinden zich rondom jou, onderaan die rots, je juist je blik naar beneden zou richten om te zien hoeveel vijanden het ongeveer zijn, welke wapens ze bij zich hebben, waar ze zo’n beetje staan, echt alles goed in je opnemen. Maar David doet niets van dit alles, uit dit vers kun je opmaken dat hij zijn vijanden geen blik waardig keurt, hij heft zijn hoofd óp, met andere woorden, hij maakt waar wat hij in vers 1 proclameerde, hij laat aan zijn vijanden zien dat hij absoluut niet bang is. Hij richt zijn blik naar boven, want van God verwacht hij zijn hulp. Ook in andere
Psalmen kun je lezen hoe David zegt “ik stel mij de Here bestendig voor ogen” en dat doet hij hier dus ook. En dat vind ik mooi, David laat hier zien dat de Here hem een verbórgen schuilplaats biedt, daar waar geen mens hem kan vinden of raken,
waar hij dankbaar voor is, maar hij laat ook zien dat zélfs op een hoge rots, zijn vertrouwen nét zo groot is en hij er óók daar van uit gaat dat hij net zo volkomen beschermd is als in die verborgen plaats. Voor David maakte de plááts waar hij was geen verschil, zolang de Here bij hem was wist hij zich veilig in élke situatie.
Ik vond dit heel mooi en bemoedigend, het volkomen vertrouwen van David én het feit dat wij, die de bijbel hebben, inmiddels daarin hebben kunnen lezen dat God het vertrouwen van David niet beschaamd heeft, dat geeft moed. Soms kun je geïmponeerd zijn als er moeilijke dingen op je pad komen, en in gedachten zie je al een hele weg vol ellende voor je. Maar in feite richten we dan onze blik op onze vijanden, terwijl we veel beter onze blik op God kunnen richten, Hij die ons uitkomst geven zal! Óók vandaag de dag nog, precies zoals in de tijd van David.
Misschien een tekst om eens een poosje onze dag mee te beginnen, elke dag opnieuw : De Here is mijn licht en heil, voor wie zou ik vrezen?!
Heer dankUwel, mijn sterke Held,
de Rots van mijn betrouwen,
U brengt bescherming om mij heen
op U kan ik altijd bouwen.
U zorgt voor uitkomst in de strijd
U geeft mij nieuwe moed,
als ik mijn hoofd omhoog hef, Heer,
dan komt het altijd goed.