19 mei 2007
“Het singeltje”, zo wordt het altijd genoemd. Het is een leuk rustig weggetje waarlangs een soort langgerekte eendenvijver loopt, waar je dus veel eenden ziet, maar ook ganzen en zwanen enz. Er is daar aan de andere kant van dat water ook nog een hertenkampje, waar ook nog allerlei andere dieren een mooi plekje hebben, en over dat singeltje liep ik een poosje terug op een zondagmiddag.
Het was eigenlijk een heel gezellig wandelingetje, het carillon van de kerk speelde psalm 42 op het moment dat ik daar liep, het “hijgend hert” zoals ik het vroeger op school nog geleerd heb. Aan weerskanten van dat weggetje staan de bomen die een beetje ruisten vanwege de wind die er doorheen ging, er vlogen vlinders, vogels tsjilpten, het zonnetje scheen en al met al was het daar heerlijk. Er zijn ook bankjes waar je eventjes zou kunnen gaan zitten, en één van die bankjes staat vlakbij een fontein die ze ze in het midden van die vijver hebben geplaatst. Helder water spuit eruit omhoog en komt dan met een boogje weer terug naar beneden. Het klinkt heel gezellig en ziet er ook leuk uit. Maar één van de eigenschappen van een fontein is, dat het alles en iedereen die er rondom staat, nat maakt. Er komen altijd wel spetters jouw kant op als je er dichtbij staat, en dat is helemaal niet erg natuurlijk, dat is best leuk en vooral kinderen vinden het prachtig. Maar deze zondag stond er een behoorlijk windje en al vanuit de verte kon ik zien dat de stralen water die omhoog spoten, naar één kant geblazen werden door de wind. Toen ik er naderhand langs kwam, (zelfs op behoorlijke afstand) werd ik nat door de druppels van dat water. Ik vond dat wel grappig, maar het bracht me ook op een gedachte.
De Here Jezus is op een gegeven moment in gesprek met Nikodemus over het wederomgeboren worden en dan zegt Hij in Joh.3:8 : De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zó is een ieder, die uit de Geest geboren is.
Een stukje daarvoor zegt de Here Jezus, in Joh.3:6 : Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest.
Toen wij wederom geboren zijn, hebben wij Gods Heilige Geest ontvangen, en Hij is het die in ons Zijn werk wil doen. We kunnen deze Geest niet zien, zoals je dus ook de wind niet kunt zien, maar je kunt de wind wél voelen, en zo kunnen wij Gods Geest in ons wél ervaren, wél voelen. En de Here Jezus zegt hier dat een ieder die úít die Geest geboren is, zelf ook geest is, met andere woorden, daar moet het “vlees” plaatsmaken voor Gods Geest. Het enige jammere hiervan is, dat wij te vaak geneigd zijn om toch vooral nog zelf een beetje controle op alles te houden, we vinden het moeilijk om die échte, totale overgave, die we wel wénsen voor onszelf, ook daadwerkelijk in de praktijk ten uitvoer te brengen.
Toen ik zo langs die fontein liep, toen dacht ik er zo aan dat deze fontein, onder normale omstandigheden, best wel wat druppeltjes rondom zich verspreid, maar op dat moment hadden deze druppeltjes zó’n abnormaal ver bereik dat ik er nat van werd, terwijl ik écht een heel eind ervandaan was. Maar dit water is totaal overgeleverd aan de wind, had de wind de andere kant op gestaan, dan was er aan een andere kant wel iemand nat geworden, of hadden de eendjes een extra douchebeurt gekregen. Zoals de wind blaast, zo worden die waterdruppels dóór die wind meegevoerd en waar zij neerkomen worden mensen, dieren of dingen, nat!
Als wij zo zouden zijn als het water in deze fontein, en we zouden de wind van Gods Geest de vrijheid geven om ons te blazen waarheen Hij zou willen, dan zouden we versteld staan van het bereik dat we zouden hebben met Gods liefde, harten die nu vér verwijderd zijn van Hem, zouden we op zo’n moment kunnen raken. Mensen van wie we nu denken dat het onmogelijk is om ze ooit dicht bij de Here te kunnen brengen, zouden op zo’n moment wél aangeraakt kunnen worden. Wij beperken het werk van de Heilige Geest veel te veel, we zouden veel meer ruimte moeten maken voor Hem. Bedoel ik nu dat je in je gemeente moet gaan staan profeteren, vermanen, terechtwijzen, leren, enz.enz.? Welnee, ik bedoel dat Hij in állereerste plaats véél meer ruimte moet krijgen in ons hárt, in ons léven, “óns” leven!! Want in de praktijk wordt Hem al snel het zwijgen opgelegd. Als ik iets van plan ben te doen, en ik hoor dat kleine stemmetje zeggen, “doe het nou niet” en ik doe het tóch en moet daar dan zelf de wrange vruchten van plukken, dan zou ik daarvan moeten leren. Anderzijds kan het óók zo zijn dat je een gevoel in je hart hebt om iemand goed te doen, je kent allemaal ook wel zulke momenten denk ik? Je dóét op zo’n moment dat wat in je hart is en het wordt op een geweldige wijze bevestigd, doordat die andere persoon iets zegt van: Dit komt nou precies op het juiste moment, of iets dergelijks. Dán ben je daarin juist zeer bemoedigd en gezegend. In allebei de gevallen echter is het Gods Geest die tot je hart spreekt, leermomenten, bedoeld om Zijn stem te leren kennen en herkennen, er eigen mee te worden. Op die manier mogen we leren om meer en meer te gehoorzamen aan de stem van de Heilige Geest en dan kan Hij ons de juiste richting in “blazen” als het ware. Precies daarheen waar wij gebruikt kunnen worden.
In Psalm 104 staat ook zoiets moois, daar staat in vers 3b-4a : Hij wandelt op de vleugelen van de wind, Hij maakt de winden tot Zijn boden.
De wind blaast daar, waarheen hij wil
en zal het water dragen
dat door zijn overgave, stil
wordt meegenomen, zónder vragen.
De druppels sproeien vrolijk rond
om mensen nat te maken,
zij brengen zegen overal
waar zij mensenharten raken.