10 juli 2005
Ik was vandeweek met enkele vrouwen in gesprek en toen vertelde ik dat ik het zo moeilijk vind om zomaar rechtstreeks mensen met het evangelie te confronteren. Hierbij doelde ik op het feit dat ik een buurman heb die ziek is. Al vijftien jaar wonen wij naast elkaar en vroeger hadden we vaker een praatje over de schutting, maar sinds een paar jaar staat er een hogere schutting en zien we elkaar niet meer. Deze buurman is sinds enkele jaren ziek, en ik ben er wel enkele keren daar thuis geweest, maar dan zijn er altijd wel mensen, de buren hebben zelf tien kinderen en dus ook de nodige schoon, klein en misschien zelfs al achterkleinkinderen. Dan komen er ook nog vrienden en andere familie, dus er is altijd wel iemand in huis. Maar ik weet dat de buurman niet gelovig is, zijn vrouw wel en in ieder geval twee van hun kinderen ook voorzover ik weet, van de anderen weet ik het niet. Nou kan ik me er best gemakkelijk vanaf maken en denken dat het de taak van de buurvrouw en haar gelovige kinderen is om hierover te spreken, ware het niet dat ik zelf er bij bepaald word om eens met de buurman erover te spreken. Maar dat is dus een probleem omdat je dat gewoon onder vier ogen zou willen doen.
Terloops vertelde ik daarbij over mijn schoonouders, want hoewel ik al 15 jaar gescheiden ben, hadden mijn kinderen en ik wel contact met mijn schoonouders (en nog steeds met de andere schoonfamilie ook hoor.) Toen werd een aantal jaren geleden mijn schoon-vader ernstig ziek, maar deze man was verschrikkelijk doof, zelfs voor de TV had hij een koptelefoon nodig om te kunnen horen wat er gezegd werd. Dus bij hem was ook een gesprek geen optie, dan hadden we door de kamer moeten gaan gillen, dat was niks. Mijn schoonouders hadden nooit gehoord dat de Here Jezus voor al onze zonden aan het kruis is gegaan en dat je zelf een keuze kunt maken om Hem in je hart toe te laten. Als wij vroeger, toen we nog getrouwd waren weleens iets over het geloof vertelden waren ze daar fel tegen. Maar nu deze man aan het einde van zijn leven was voelde ik me toch gedrongen om hem van de Here Jezus te vertellen en ik schreef hem een brief. En hoewel hij eigenlijk nooit wat zei als we daar op visiste waren, bedankte hij mij nu voor de “lieve brief” zoals hij het noemde. Dat was alles wat ik erover gehoord heb en wat hij ermee gedaan heeft weet ik niet, wel weet ik dat hij op het einde heel erg rustig is ingeslapen……. Ik hoop hem ooit terug te mogen zien.
Drie jaar geleden belde mijn schoonmoeder mij op en zei dat ze niet zo’n fijne mededeling had, ze had slokdarmkanker. Ik vond dat natuurlijk heel erg en na een poosje met haar gesproken te hebben door de telefoon zei ik dat we voor haar zouden bidden, en tot mijn verbazing zei ze: ja, eigenlijk belde ik daar ook voor om dat te vragen. Dat vond ik echt geweldig. Verder zijn we nog enkele keren bij haar thuis geweest (ze woonde best ver bij ons vandaan) en we hadden regelmatig telefonisch contact. Een poosje leek het beter te gaan maar nu anderhalf jaar geleden ging het helemaal mis en we hoorden dat ze nog maar eventjes te leven had. Ze lag op dat moment in het ziekenhuis en de kinderen en ik besloten haar te bezoeken. Alle kinderen zijn meegegaan, hebben vrij gevraagd van werk en school en we hadden gebeden of we echt de mogelijkheid zouden krijgen om met haar te spreken. Ik had al opgebeld om te vragen of we buiten het bezoekuur om mochten komen omdat we van zo ver kwamen en dat mocht. Dat was fijn want dan zou er niemand anders zijn. We kwamen daar aan en toen werd ze door een zuster naar een soort gemeenschaps ruimte gereden, waar een paar mensen naar goede tijden slechte tijden zaten te kijken, en niet zachtjes hoor. Maar gelukkig vond mijn schoonmoeder het daar te koud en werd ze door de zuster naar een soort nis in de hal gereden waar we heerlijk privé met haar konden praten. Ik heb er geen gras over laten groeien, bang voor nieuwe storingen, en heb haar recht op de man af gevraagd of zij ooit een keus voor de Here Jezus had gemaakt. Ze zei dat ze aan God had gevraagd of ze Zijn kind mocht worden, dat vond ik zo mooi en we hebben daar in die nis met haar gebeden, ik had haar gevraagd of dat mocht en dat wilde ze wel graag. We hebben haar in de handen van de Here God gegeven en Hem gevraagd om haar Zijn vrede te geven en nog zo een paar dingen. Daarna was ze erg moe en hebben we haar naar de kamer teruggebracht. Het was de laatste keer dat we haar in leven gezien hebben, kort daarop raakte ze in coma en nog een week later is ze overleden. Wat waren we dankbaar dat we daar nog geweest waren, en wat was ik dankbaar dat ik destijds dat briefje naar mijn schoonvader had geschreven waar dit ook nog een voortvloeisel van was.
Toen ik dit verteld had zei één van de vrouwen tegen mij, dan schrijf je aan je buurman toch ook gewoon een briefje als hij zo moeilijk te spreken is, en wil je wel geloven dat ik dáár nou nog nooit aan gedacht had? Het was als een eye-opener voor mij en ik dacht, ja, dát ga ik doen want ik wil hem tóch vertellen hoe belangrijk het is en hóé oneindig veel God van hem houdt.
Misschien heb je ook wel een buurman, een familielid, een kind of een bekende die
je wilt vertellen van Gods liefde, maar om wat voor reden dan ook is het moeilijk om tot een persoonlijk gesprek te komen. Een brief is dan wellicht ook een optie?
God wil ’t verwondde hart echt raken,
Hij geeft altijd toekomstperspectief,
Zijn woorden geven ’t leven inhoud
Hij schreef aan ons Zijn liefdesbrief.
Wij mogen van Zijn woorden delen,
die woorden geven troost en moed,
voor mensen die naar hoop soms snakken
doet zo’n brief vol liefde zoveel goed.