1. Geef jij erom?
Nou, schrijf ik net een blogje over internet storing, gebeurt het precies daarna ook bij mijn provider. Maar het is weer opgelost en we kunnen er weer tegenaan.
De laatste dagen had ik zo een gesprek over het betalen van tienden en dan komen er allerlei gedachten naar boven. Een tijd terug maakte iemand een opmerking over het offeren in de samenkomst op zondag. Er werd gezegd dat je God eigenlijk niet kunt afschepen met kleingeld. Je zou alleen maar briefgeld moeten geven, en als je kleingeld wilde geven kon je beter je geld maar in je zak houden dan Hem zo’n fooitje geven. Ik ben het daar geheel niet mee eens hoor. Als je dat zou doen om er met een koopje vanaf te komen, dán kun je daar je vragen misschien over hebben, hoewel ik het dan nóg de zaak van de gever vindt, maar ik heb zulke geheel andere ervaringen hiermee en die wil ik graag delen om ook anderen mee te bemoedigen.
Ik ben overigens wél iemand die volledig staat achter het betalen van de tienden, dat doe ik ook al trouw nu bijna 42 jaar (pfff, ik word oud :-), maar daarnaast wil je ook nog weleens iets extra’s in de collecte geven. Ik heb weleens eerder genoemd dat ik al heel lang van een uitkering leef en dat er tijden zijn geweest dat het héél moeilijk was om van rond te komen toen de kinderen (4 stuks) nog jong waren. De rekeningen kwamen elke maand weer terug en de kinderen moesten ook eten en hadden regelmatig nieuwe kleren nodig en noem maar op. Iedereen weet wel wat er komt kijken om een huishouden te runnen. Er waren maanden dat ik, na het betalen van mijn rekeningen, 30 gulden overhield om de hele maand van te leven, desalniettemin was mijn tiendengeld het eerste dat ik betaalde als ik mijn geld binnen kreeg, niet omdat het moest, maar omdat ik dat zelf graag zo wilde. Dan gebeurde het wel dat als op zondag in de samenkomst het offer werd opgehaald, de Heer tot mijn hart sprak, waardoor ik menig keer de gehele inhoud van mijn portemonnee in de collectezak heb gedaan. En soms was dat inderdaad alleen maar een handje kleingeld. Maar het was alles wat ik had, en de reden dát ik dat gaf aan de Here, was, dat ik ten eerste mijn liefde naar Hem toe wilde tonen, door Hem het laatste te geven wat ik had, en ten tweede wilde ik zo mijn vertrouwen uitdrukking geven door blindelings alles te geven, ook al had ik daar dan ’s maandags bij wijze van spreken nog wat eten voor kunnen kopen.
Ik kan alleen maar zeggen dat de Here ons altijd en onder alle omstandigheden hierin gezegend heeft. Op de meest ondenkbare momenten en manieren heeft Hij er altijd voor gezorgd dat we kregen wat we nodig hadden. En dan moet ik denken aan die weduwe te Sarefat bijv. Er was een droogte over het land gekomen en er was bijna geen voedsel, deze vrouw had alleen nog maar een klein beetje meel en een klein beetje olie in de kruik. En Elia wordt door God naar haar gezonden en hij komt daar en vraagt aan haar om hem iets te drinken te brengen, en terwijl zij wegloopt om het te gaan halen roept hij haar na dat hij ook wel iets te eten wil hebben. Dan vertelt ze hem dat het voedsel bijna op is, ze zegt in I Kon.17:12-14 : Zowaar de Here, uw God, leeft, ik heb geen broodkoek, maar enkel een handvol meel in de pot en een weinig olie in de kruik. En zie, ik ben bezig een paar stukken hout te sprokkelen. Dan wil ik het thuis voor mij en mijn zoon gaan bereiden en als wij het gegeten hebben, moeten wij maar sterven. Doch Elia zeide tot haar: Vrees niet, ga het thuis bereiden, zoals gij gezegd hebt, doch bereid mij daarvan eerst een kleine koek en brengt mij die hier; voor u en uw zoon kunt gij het later bereiden. Want zo zegt de Here, de God van Israël: Het meel in de pot zal niet opraken, en de olie in de kruik zal niet ontbreken tot op de dag, waarop de Here regen op de aardbodem geven zal.
Ik vind dat nogal wat, maar deze vrouw doet wat Elia haar vraagt, en inderdaad, zolang de droogte aanhoudt is er genoeg meel en genoeg olie om iedere dag nieuwe koeken te bereiden. Dat is óók een manier van voorziening, wij denken al snel dat God ons in het vooruit dingen moet geven, maar er staat in dit stukje niet dat de Here meer meel en meer olie zou geven, er staat dat het niet op zou raken. Dat is toch iets heel anders. Ikzelf heb dat ook zo ervaren, ik heb weleens gemopperd hoor, dan zei ik Heer, U kunt toch ook aan het begin van de maand een groot bedrag geven, zodat ik zorgeloos aan de maand kan beginnen? Maar het was menig keer zo dat ik echt alles tot de laatste kruimel en druppel moest opmaken, en dán kwam er voorziening in de vorm van aardappels en groente van het land van de buren, vis van een andere buurman, en soms een klein beetje geld. Iemand kwam met een paar boodschapjes….echt zo dat je inderdaad kunt zeggen, inplaats van die volle schaal (meel) en die volle kruik (olie) bleef maar net de bodem bedekt, máár ik kwam nooit tekort en het wás absoluut werk van de Here, want ik heb nooit tegen iemand gesproken over deze dingen.
Deze vrouw gaf ook het laatste kleine beetje dat ze had, maar de Here was er blij mee en zorgde voor haar en haar zoon. Het gaat God heus niet om grote bedragen om “briefgeld”, het gaat Hem om ons hart. De bijbel zegt dat God de “blijmoedig” gever liefheeft. En ik wil iedereen hier toch bemoedigen, ik ben opgehouden met mopperen, ben doorgegaan met te geven wat ik had en heb de Here gedankt voor iedere voorziening!
Het gaat God helemaal niet om de hoeveelheid die we Hem geven, het gaat Hem om onze hartgesteldheid, geven we uit berekening? zodat de Here God ons 100 voudig zal terugbetalen? of geven we met een echt blijmoedig hart, kúnnen we voor Hem alles missen? We hebben zo’n liefdevolle Vader, wat ben ik er trots op om Zijn kind te mogen zijn!!
Eigenlijk is hier nog veel meer over te zeggen, daarom wil ik er morgen nog wat verder op ingaan en ook wat meer handvatten nog geven om in de praktijk van je eigen leven te kunnen gebruiken.